Synchroniciteit of synchronistische gebeurtenissen komen volgens Joseph
Jaworski voort uit een nieuwe manier om tegen de wereld aan te kijken. Het is
een gevólg van, zoals hij dat noemt, het ervaren van een dieper niveau van
realiteit. Dit nieuwe begrijpen vergt wel een behoorlijke omslag in het denken.
Jaworski reikt handvatten aan.
Door Susanne Wennekes
Synchroniciteit uit zich in toevallige ontmoetingen, dingen die op
wonderbaarlijke wijze samenvallen, informatie die komt wanneer die nét nodig is,
het gevoel dat alles precies klopt, dat alles zo heeft moeten zijn.
Synchroniciteit is volgens Carl Gustav Jung dan ook: ‘een zinvolle samenloop van
twee of meer gebeurtenissen waarbij iets anders dan de waarschijnlijkheid van
het toeval in het geding is’. Gebeurtenissen die op een ongewone wijze zo
synchroon lopen dat ze geen toeval meer kunnen zijn en die voor een persoon of
groep mensen van het allergrootste belang zijn: het zijn die toevalligheden die
zorgen voor aanwijzingen en sturing, nodig om persoonlijke en collectieve doelen
te realiseren, ze zijn, zoals Jung al aangaf, zinvol.
Het onderliggend beginsel
Synchronistische gebeurtenissen zijn derhalve an sich niet moeilijk te
bevatten. Veel mensen hebben ervaringen met zinvolle toevalstreffers en voor hen
worden ze, juist omdat ze betekenis hebben, vroeg of laat duidelijk waarom ze
hebben plaatsgevonden.
Echter, dergelijke gebeurtenissen vloeien voort uit een onderliggend beginsel
waarvoor een speciale manier van denken en ervaren vereist is. Althans, dat
stelt Joseph Jaworski in zijn boek ‘Synchroniciteit; de innerlijke weg naar
leiderschap’. Juist dat onderliggend beginsel is moeilijk te begrijpen: het
vergt een ommekeer in hoe de wereld bekeken wordt: hoe alles om ons heen een
diepere realiteit herbergt.
Verbonden
Volgens Jaworski moeten wij de wereld zien als een open wereld die in eerste
instantie uit relaties is opgebouwd. Dat wil zeggen, alles om ons heen en ook
wij mensen, staan in verbinding met elkaar. De wereld, het hele universum,
bestaat niet uit aparte delen, maar is een geheel. Natuurlijk lijkt een
scheiding op het eerste gezicht wel te bestaan: een fiets is een fiets en een
persoon is een persoon en hoe staan die nu in verbinding met elkaar, anders dan
de persoon soms gebruikt maakt van een fiets? We moeten juist verder kijken dan
dat. Een eerste begin om dit te begrijpen, komt uit de natuurkunde. Jaworski
haalt in zijn boek een voorbeeld aan van natuurkundige J.S.Bell. Wanneer twee
bij elkaar horende deeltjes uit elkaar worden gehaald en een van de deeltjes een
andere draaiingsrichting krijgt, zal het andere deeltje gelijktijdig dezelfde
richting aannemen: het is het effect van het ene deeltje op het andere als
gevolg van eenheid van twee op het eerste gezicht lijkende gescheiden objecten.
Nu gaat het hier te ver om een hele fysische theorie los te laten, maar het is
een aanzet om te bedenken dat op een dieperliggend niveau dingen, personen
verbonden zijn. Het gaat er dan uiteindelijk om om jezelf open te stellen voor
zo’n werkelijkheid. En vooralsnog klinkt dit als een geloof, dat wel.
Overgave
Juist met zo’n open houding kan de wereld gezien worden als een wereld vol
mogelijkheden. Pas dan zullen we ook onszelf zien als deel van een zich
ontvouwende, zich openbarende werkelijkheid, schrijft Jaworski. Het gevolg is
dat we ook zullen gaan handelen vanuit deze nieuwe visie. Met andere woorden,
als we bewust zijn hoe die werkelijkheid zich laat zien, dat niets zomaar
toevallig gebeurt - het een staat in verbinding met het ander - zullen we
automatisch betrokken zijn. We kunnen ook niet anders, we zijn er een deel van.
Hoe een groter geheel, de wereld, zich ontplooit heeft effect op hoe wij onszelf
ontwikkelen en vice versa. Jaworski noemt dit overgave. Wanneer we ons aan dit
besef overgeven, zullen de dingen dan ook op hun plaats vallen, zullen
gebeurtenissen, ervaringen spontaan lijken te gebeuren. En juist die ervaringen,
dat is synchroniciteit.
Richtingwijzers
Natuurlijk is dit besef iets wat niet zomaar even een twee drie komt. Het
blijft bovendien moeilijk uitleggen. Vandaar dat Jaworski met zijn persoonlijke
ervaringen het een en ander probeert te verduidelijken. Het is namelijk boven
alles een besef dat komt door het zélf te ervaren, door een zogenaamde reis te
maken, (de reis van de held –Joseph Campbell) waardoor dit begrip kan groeien.
Jaworski geeft een aantal richtingwijzers om tot dat besef te komen: we moeten
als eerste onze diepste motivaties, interesses nagaan. Welke dromen willen we
verwezenlijken? De roep van het avontuur, noemt Jaworski dat, de roep om te
worden wie we bedoeld zijn te worden. Willen we daaraan beantwoorden dan moeten
we beslissen de stap te nemen onze dromen waar te gaan maken. En dat betekent
een innerlijke reis waarin we door vallen en opstaan, door leuke en vervelende
ervaringen, tja, wijzer worden. Het is een transformatieproces en zal
uiteindelijk de juiste bestemming opleveren: niet alleen voor onszelf; maar ook
een groter geheel zoals de samenleving zal ervan profiteren. Nota bene: we
zullen juist díe synchronistische aanwijzingen (sturing) krijgen die ook het
grotere geheel ‘goed doet’, want ook hier weer geldt de verbinding tussen deel
(individu) en geheel.
Innerlijke weg
Het blijven natuurlijk woorden, pogingen om een ander niveau van realiteit
uit te leggen.
Met het boek van Jaworski moeten we aan de slag. Het is, zoals Jaworski
schrijft, een innerlijke weg die betreden moet worden of beter de innerlijke weg
die getransformeerd moet worden. Wanneer we die weg opgaan, wanneer we beginnen
te beantwoorden aan de diepste roep vanuit onszelf, ons overgeven aan de stroom
der dingen, dan zullen ons, in het verlengde daarvan, allerlei wonderbaarlijke
en toevallige gebeurtenissen ten deel vallen. Dan ervaren we synchroniciteit.